De Dijkdichters

Rolf Captijn

Rolf Captijn

HET HOUDT NIET OP !

Wij, stervelingen denken de natuur naar onze hand te zetten
Zo raakt onze planeet met teveel mensen overvol
Maar de oermoeder is sterker dan ooit uitgeschreven wetten
Zij speelt in de cyclus van overleven uiteindelijk de grootste rol.

Natuurlijke selectie, hoofdschuddend zag zij het eeuwen aan
Ooit was er pest, lepra, tbc en alle soorten griep
Er vielen doelbewuste doden, ruimte in ons mensbestaan
Tij was niet te keren, hoezeer men ook om heling riep.

Antibiotica, vaccins, zij laat ons in onze onkunde stikken
Ruimte en rust op aarde, dat is wat zij graag wil
Pillenvreten, remedies en slechtdoordachte prikken
Maakt voor deze oppermachtige toch geen verschil.

Het geblunder, gezwalk, in regels door te draven
Gezag krijgt alles, zonder ervaring voor de kiezen
Verworden tot een land van leugenaars tegen de braven
Opgefokt in een strijd die wij gedoemd zijn te verliezen.

Bijna zeventig jaar, doorvochten levenswijsheid
Lijkt verzwolgen door een nieuw en niet doordachte tijd.

© Rolf Captijn, april 2021.

- Naar (begin) (einde) pagina.



VOOR DE KIEZEN.

Wat beweegt ons stemgedrag?
Onze democratie sterft een voorspelde dood
Een tijd waar alles moet en niets meer mag
Welk vlakje kleur jij dan nog rood?

Blijf jij tot de laatste uren zweven?
Of mijdt jij de weg naar het stemlokaal?
We zijn al ruim een jaar aan het overleven
Afgestompt in "het nieuwe normaal"

Zeven afgemeten passen vormen mijn week
Éénendertig stappen maken wéér een maand
Het ongedwongen leven waar ik ooit naar keek
Bleek een illusie, niet echt bestaand.

Angst, foutjes en defensief beleid
Bang om het geloof te verliezen
Het is nu kiespijn, leugenvolle tandartstijd
Maar krijg nu alles nu zomaar voor mijn kiezen!

© Rolf Captijn, maart 2021.

- Naar (begin) (einde) pagina.



ISOLATIE

Ik voel toenemende kou in mijn bestaan
het net, dat zich steeds strakker om mijn leden sluit
een sneeuwjacht, strenge vorst kondigt zich aan
wil zo graag, maar kan bijna de deur niet uit.

Na een jaar van besmettingsgevaarellende
terugkerend gezwalk, meningen en overlevingsangst
is, buiten aan mij niet bestede winterbende
maken al die beperkingen mij nog het bangst.

Ik ben mijn mensen kwijt, dat is waarin ik stik
een kuddedier, dat zijn groep is kwijtgeraakt
dus zo gauw mogelijk die verlossende prik
die hopelijk nog wat van mijn leven maakt.

Zal het, zoals het er nu uitziet zonder moeten doen
alles is ontregeld maar regels in overvloed
mijn lijf schreeuwt om handdruk, knuffel of een zoen
een kuddedier, dat in isolatie verder moet.

© Rolf Captijn, februari 2021.

- Naar (begin) (einde) pagina.



STOOM

Weleens gebeld met de instanties?
bijvoorbeeld de belastingtelefoon?
reken je op oplossing, gespreksgaranties?
vindt je even bellen nog gewoon?

Bel eens, er gaat een wereld voor je open
na een verteld verhaal word je voor and're keus gezet
bel, als je zenuwstelsel echt wilt slopen
en van een hartverzakking wilt worden gered.

Toets een één, kies voor oplossing op internet
weet u al dat een app voorhanden is?
op jouw belminuten wordt echt niet gelet
u bent beller nummer acht, wat een irritante droefenis.

Het is nu druk, dus een ogenblik nog uw geduld
al onze medewerkers zijn nog in gesprek
mijn abonnement wordt door deuntjes volgeluld
en langzaam wordt ik gierend gek.

Na vier keer na een lang verhaal weer doorverbonden
mijn lange wachten biedt mij geen soelaas
geen antwoord of oplossing lijkt gevonden
ik kan u zonder formulier niet helpen, dus helaas.

Het is een onwezenlijke, maar echt boze droom
ik denk aan verwurging, moord of brandaanslag
uit mijn lijf ontstaan vlammen, wolken stoom
maar ik ben een brave burgerlul en...
weet dat ik niet moorden mag!

© Rolf Captijn, januari 2019.

- Naar (begin) (einde) pagina.



GOSSEE                  (een Dorrestijnse vertelling)

Ik zie hen nog in zweetdoordrenkte dromen
nadat mijn volledig smoezenkabinet lag uitgeteld
Tweede Kerstdag moest en zouden ze op visite komen
biddend hoopte ik nog dat er zou worden afgebeld

met het stel op zich had ik niet echt veel problemen
maar sinds een jaar had men een hondenkind
eis voor bezoek was het mormel mee te mogen nemen
waar ik nu nog nachtmerries van ondervind

samen met zijn baasjes drong hij mijn kerstwereld binnen
luid keffend joeg hij mijn oude kat in de gordijnen
om daarna offensief tegen de papegaai te gaan beginnen
die ik vederlatend in zijn nachthok zag verdwijnen

terwijl zijn baasjes pochtten hoe lief hij wel kon zijn
stortte onze kerstboom reeds rinkelend ter aarde
onze hond kreeg ook nog een hap vol van venijn
waarna hij oversekst met onze pluchen kerstman paarde

Gossee, zo heet dit gestamboekte Mexicaanse wanprodukt
liet zich door chiwawapappa en mamma niet verbieden
een beetje Hollandse opvoeding was hen nog niet gelukt
te kleine hond met te groot ego voor deze brave lieden

nadat men gezamenlijk de schade wist af te handelen
en ik in de keuken de mise en place had voorbereid
bood ik aan om even met het dier te mogen wandelen
was er voor achterblijvers een momentje van gezelligheid

een paar uur later was ons kerstdiner een feit
Gossee was volgens mij wat in de tuin aan 't spelen
goudkrokant had ik het hoofdgerecht zorgvuldig toebereid
met galapinjosaus om de tong eens uitgebreid te strelen

na het rijke dessert en de nodige goede glazen wijn
was de tijd daar om wat vredig uit te buiken
visite vroeg zich niet af waar Gossee nu wel zou zijn
rustige kerstavond konden wij allen goed gebruiken

toen klokslag twaalf het dier nog niets van zich liet horen
gingen wij roepend, fluitend met zaklantaarns op pad
wij vonden het ondier niet, maar dat wist ik van te voren
omdat ik niet kon zeggen wat ik eigenlijk te zeggen had

opsporing verzocht, foto's, bellen naar 't asiel
ondanks 't gemis vroeg men mij naar het hoofdgerechtrecept
omdat ik zeker wist dat mijn bereidingwijze hen niet beviel
heb ik nooit meer met een woord over het recept gerept...

© Rolf Captijn, december 2015

- Naar (begin) (einde) pagina.



GELEGENHEIDSGEZELSCHAP  ( een babel )

Vier bovenderivierse feestfiguren besloten om
Na een meer dan bachanaalse avonddoorbrenging
Volledig gerstenatdoorweekt een carnavalesk
Zinnenverruimend weekend zuidlands te vieren

Gecostupakt en licht bezakt togen zij toogwaarts
Richting oenig Oeteldonk, alwaar zij buikschuddend
Aanstootgevend aan tal van meurende majorettes
In barre kroegoplopen verloren liepen te zijn

Fazantgeveerde prinsen voerden meer dan prinsheerlijk
Medaillerammelend pilzige polonaises aan via de
Straten en kroeggekleurde massamensen door de stad
Bierboerend op hotelbed verder nachtbrakender

Tweededags katers poeslief verpakt in nog meer
Biervertier bonsden hoofdschuddend op de maat
Van vierentwintiguurs durende nattedweilorkesten
Vrouwinnemend leut en neut tot kleine uurtjes

Tussen dollende dansmariekes en oververklede
Vertierzoekers gleden Brabantse nachten gevuld
Met bloemetjesgordijn, Willempie schreeuwende
Lijsters in de la en knollige paarden in de gang

Ten derde dage wakker wordend alaaflaverend
Sleten zij slaafs hun laatste vezels op het plankier
Van de toog met opgetogen Raad van Elf als
Vanzelf zich hullende in spiritualistische nevelen

Op protserige praalwagens gezeten na weer sloten
Genoten reden zij kleurig humeurig naar de stadsgracht
Uit- en afgezwaaid door onherkenbare
Nog immer hossende feestgedruiste massa's

In een ontnuchterend tempo reden zij gezwind
Huis- en haardwaarts om in het stille Noorden
Kond te doen van hun vrij en laverijen hees
Geridderd in doornroosslaap te vervallen

Na gedane feestarbeid is het zoet rusten!

© Rolf Captijn, februari 2013

- Naar (begin) (einde) pagina.



EEN DECAMERONE (Naar Boccaccio)

Zij is stukken kleiner dan hij
Hij geeft haar zijn warmte
Zacht streelt hij het lichaam
Waarvan hij heeft leren houden
Heeft een maatje voor het leven gevonden

Zij koestert ook intieme geheimen
Van hun vaak kleurrijk samenzijn
Dat soms breed uitwaaiert
Maar vaak ook weinig verhullend
Hun relatie versterkt

Geheimen worden gedeeld
Met een lach en een traan
Zij, zacht en bewogen
Hij, strak en meedogenloos
Vinden zij liefde bij elkaar

Stof tot nadenken soms
In een roes van samenzijn
Verliezen zij zich in elkaar
Overbodig geworden in het spel
Waarover niet mag worden gesproken

Op de grond naast het bed
Terwijl hartstocht opklinkt
Weten zij niet van de finale
Die men dan ook zeer terecht
Een slippertje noemt!

© Rolf Captijn, maart 2013

- Naar (begin) (einde) pagina.



Insomnia

oogleden zwaar, de botten stram
het is een drukke dag geweest
avondritueel, het lijf gepoetst
als ik mijn kussen schud
drieëntwintig dubbele punt drie nul
meldt mijn nachtkastmonitor

nog een paar regels lezen
onder het warme dek
nul nul dubbele punt nul nul
letters zweven en dansen
ik moet het plafond eens witten
druk mijn kunstmaan uit

ook dan meteen behangen
maar geen hemelsblauw
kleurenstalen passeren
terwijl ik inmiddels zwetend
verder maal over mijn agenda
nul twee dubbele punt nul nul

ga ik op zoek naar warme melk
met een pilletje misschien
de tuin moet ook eens op de schop
zand, dat heb ik nodig
nul drie dubbele punt nul nul
maar dan wel het zand van Klaas ...

© Rolf Captijn, april 2013

- Naar (begin) (einde) pagina.



MIJN NIEUWE WILDERNIS

Waar de vos het hazenpad kiest
En de fuut in het meer koet
Daar is mijn weids Flevoland

Waar het heckrund van de dam is
En de ijsvogel zijn zin niet krijgt
Daar is mijn ongerept Flevoland

Waar willige bomen langs besloten dreven
En zwanenzang zingt oeverzwaluwloos
Daar is mijn wateromringd Flevoland

Waar je kieken nog kunt dieven
En de ree vlucht voor de valse do
Daar is mijn ruimtelijk Flevoland

Waar de hooglander smult van laaglandgras
En de snoek aast op de baars
Daar is MIJN provincie, MIJN Flevoland

© Rolf Captijn, juli 2012.

- Naar (begin) (einde) pagina.



Vrouwlief

Ooit heb ik mij willoos en blind
In onze nu tanende relatie gestort
Je wilde geluk, geld en een kind
Staat voor me met krulspelden en bloemetjesschort

Dat kind en geld zijn er nooit gekomen
Want jij was eeuwig op de hort
Van geluk heb in mijn eentje in bed liggen dromen
Wat bleef waren krulspelden en bloemetjesschort

Verlaat nu mijn huis en zoek elders vertier
Onze liefde was tijdloos maar kwam tijd tekort
Er is niet langer een plaatsje voor je hier
Krulspelden eruit en verbrand dat bloemetjesschort

Het feest is over, hoe je ook huilt en krokodillentranen stortte
Nu is de hoogste tijd dat ik gelukkig word
Mijn levensverwachting, die je genadeloos inkortte
Uit zelfbehoud heb ik deze hel dan nu maar opgeschort

Dus, hou op met janken, pak je spullen
Tijd om dit circus eind'lijk op te geven
Trek uit dat schort, rol uit je krullen
En sta een ander voortaan naar het leven !

De rek is uit de krul
De bloemen op je schort zijn verdord
Na vandaag geen plaats voor flauwekul
Vraag jij je maar af waar het aan schort ....

Een dorrestijnse vertelling
© Rolf Captijn, 7 april 2011.

- Naar (begin) (einde) pagina.




Terug naar "De Gedichten"


2022-11-03 (46261)